Panier en cul de Paris

Gedurende de achttiende eeuw droegen modieuze vrouwen eerst een panier en later een cul de Paris om de rok van de japon in het juiste silhouet te ondersteunen. Aan het begin van de negentiende eeuw kreeg de cul de Paris een nieuwe naam: tournure.

Panier

Paniersilhouet, ca.1780
Paniersilhouet, ca.1780
Engelse hofmode, 1810
Engelse hofmode, 1810

De panier is de hoepelrok die in het overgrote deel van de achttiende eeuw werd gedragen. Omstreeks 1710 verschenen de eerste hoepelrokken in het straatbeeld. Dit waren kleine ronde rokken van linnen met hoepels van walvisbalein. In de jaren daarna groeiden zij in omvang en gedurende de jaren twintig kregen zij hun indrukwekkende koepelvorm.
Omstreeks 1730 waren deze rokken zo wijd geworden dat zij bijna onmogelijk waren geworden om te dragen. Vanaf dit moment gaven de naaisters de hoepelrok of panier zijn kenmerkende ovale vorm. De banden aan de binnenzijde van de onderrok fixeerden de hoepels van balein in hun brede vorm en verhinderden dat zij hun ronde model weer konden aannemen.

Aan de Europese hoven werden de meest indrukwekkende paniers gedragen. In museumcollecties worden enkele kooivormige (open) en opklapbare constructies van metaal bewaard. Deze modellen maakten het mogelijk dat de modieuze vrouw niet zo extreem veel ruimte innam als zij ergens ging zitten. Want de twee uiteinden van de panier kon zij inklappen en onder haar armen klemmen.

Garderobe anno 1770. Wat onderkleding betreft van links naar rechts: hemd, panier, rijglijf en korset.
Garderobe anno 1770. Wat onderkleding betreft van links naar rechts: hemd, panier, rijglijf en korset.

Omstreeks het midden van de achttiende eeuw werd het silhouet sluiker en kozen veel vrouwen voor korte paniers die slechts tot de knieën reikten. Uitermate praktisch waren de korte modellen die uit twee losse heupstukken bestonden. Deze exemplaren kon de vrouw ook gemakkelijk onder haar armen opklappen als zij niet zo veel ruimte had om door een deur te gaan of te gaan zitten.

Replica panier, ca. 1740
Replica panier, ca. 1740
Replica panier, ca. 1760
Replica panier, ca. 1760

Willen we de redelijk onpraktische paniermode beter begrijpen dan moeten we replica van deze rokken maken. Dit is de enige manier om te bestuderen hoe vrouwen zich konden bewegen in deze onderrokken. Met behulp van de patronen in Norah Waugh’s Corsets and crinolines (London, 1954) heb ik zowel een replica gemaakt van de grote, brede panier uit ca. 1740 als van het kleine tweedelige exemplaar omstreeks 1760.
Beide paniers maakte ik volledig op de hand zoals dat vroeger ook gebeurde. Bij de keuze van de stoffen liet ik de uitstraling van de stoffen de doorslag geven. Het bruine model is gemaakt van een zijde, de gestreepte van katoen. Wel heb ik stalen hoepels en baleinen gebruikt om de paniers in model te brengen.

Na 1770 werd de panier weer kleiner en hernam deze ook zijn ronde vorm. Het nieuwe silhouet ontwikkelde een sterk accent op het zitvlak. Deze nieuwe panier kreeg daarom ook een nieuwe naam: ‘bouffante’. De bouffante kon op verschillende manieren worden gemaakt: met balein, paardenhaar en zelfs metaaldraad. De uit deze tijd bewaard gebleven modeprenten tonen ons dat dit silhouet wel degelijk door modieuze vrouwen werd gedragen. Zover ik weet zijn er in de museale collecties geen bouffantes bewaard gebleven.

Gallerie des Modes et Costumes français, 1782
Gallerie des Modes et Costumes français, 1782

De Franse revolutie (1789) maakte in Frankrijk en de rest van Europa definitief een einde aan de imposante, over een panier gedragen, hofdracht. Maar in Engeland bleef de panier tot in 1820 verplicht als hofkleding. Zie de afbeelding rechtsboven.

Cul de Paris

Silhouet anno 1785.
Silhouet anno 1785.
Replica cul de Paris, ca. 1785
Replica cul de Paris, ca. 1785

Aan het einde van de achttiende eeuw schoof het volume van de vrouwenrokken steeds meer naar de achterzijde van het lichaam. Naaister introduceerden speciale kussen om de rokken op het zitvlak en de heupen extra ondersteuning te geven. Deze kussen waren bekend onder de naam ‘cul de Paris’, ofwel ‘Parijs’ kontje’. Het woord ‘cul’ is niet netjes en betekent ‘achterste’ en ‘gat’.
In Engeland droegen modieuze vrouwen een ‘cork rump’, of vals zitvlak van kurk. De Engelse sportprent ‘The Bum Shop’ uit 1785 geeft een goed beeld van deze onderkleding. Voor een detail van deze spotprent zie hieronder. Andere spotprenten tonen een V-vormig kussen. Zover ik weet zijn dergelijke constructies helaas niet bewaard gebleven in kostuumcollecties.

In deze tijd werd het volume van de cul gecompenseerd met een overdreven benadrukte boezem. De modieuze vrouwen bereikten de suggestie van een weelderige borstpartij door opgedofte fichus en valse boezems te dragen.

The Bum Shop (detail), 1785
The Bum Shop (detail), 1785

Gedurende de jaren negentig verdwenen de onnatuurlijke opvullingen geleidelijk. Het silhouet werd sluik en natuurlijk, geïnspireerd op de soepel vallende kleding van de oude Grieken en Romeinen.

Tournure

Silhouet anno 1826.
Silhouet anno 1826.

Omstreeks 1820 was het weer gedaan met het sluike Empire silhouet. De naaisters maakten de japonrokken steeds wijder. De met elkaar wedijverende vrouwen begonnen hierdoor ook weer kleine kussentjes op het zitvlak te dragen. Naar mate de rokken wijder werden gemaakt groeide het volume van de ‘cul’ evenredig mee. Na 1830 werd overigens niet meer gesproken over een ‘cul de Paris’, maar een ‘tournure’.
In de volksmond bleef de term ‘cul’ – verbasterd tot ‘queue’ – in gebruik. In feite een netter woord, want ‘queue’ betekent ‘sleep’ en ‘staart’. Gedurende de loop van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw zal de tournuremode steeds weer de kop opsteken. Zie verder onder Tournure.

Tournure, ca. 1830
Tournure, ca. 1830

DIRK-JAN LIST