Mode op papier

Hier wil ik graag iets vertellen over de verschillende bronnen voor de bestudering van de kostuumgeschiedenis in het algemeen en de silhouet bepalende onderkleding in het bijzonden.
Publicaties die de mode uit de eigen tijd beschrijven zijn de meest betrouwbare bronnen. Deze bronnen noemen we contemporaine bronnen. Belangrijke contemporaine bronnen zijn ingebonden modetijdschriften, losse modeprenten, medische publicaties, spotprenten, catalogi voor bedrijven en klanten, trade cards en advertenties. Maar oude portretfoto’s zijn ook een uitstekende bron.

Silhouet anno 1785.
Silhouet anno 1785.

Modetijdschriften
Modebladen met ingebonden prenten bevatten een schat aan informatie. In tegenstelling tot wat sommige auteurs beweren waren de modeprenten niet een toekomstvoorspelling, maar een weergave van de kleding die toen te koop was. Want onder de meeste prenten staat nauwkeurig geschreven wie verantwoordelijk was voor de afgebeelde modesnufje. Zelfs de niet getoonde onderkleding en de parfums staan op de prenten vermeld.

Afhankelijk hoe luxueus het tijdschrift was hadden de losse nummers slechts één prent of juist meerdere exemplaren ingesloten. De frequentie waarop de bladen verschenen was ook zeer wisselend: om de vijf dagen, één keer per week, één maal per maand of twee keer. Omdat in deze tijd de modes veel langer meegingen dan tegenwoordig het geval is bonden uitgevers hele jaargangen in en verkochten ze later ook per heel jaar.

Silhouet anno 1826.
Silhouet anno 1826.

Formaten
De eerste modetijdscriften met de oudste prenten dateerden uit het einde van de achttiende eeuw. De modepublicaties waren toen nog vrij klein en de ingesloten prenten waren op de hand ingekleurd. Deze techniek bleef overigens de hele negentiende eeuw gehandhaafd.
Tegen het midden van de eeuw maakten de uitgevers hun modebladen een slag groter. Het formaat is dan ongeveer het moderne A4 formaat. Ook gingen zij egaler papier gebruiken, dat niet meer op de oude manier met de hand was geschept.
Na het midden van de negentiende eeuw verschenen nog veel grotere publicaties met evenredig grote modeprenten. Deze maat benadert het moderne A3 formaat.

Japonnen, gedragen over Thomson crinolines, 1865
Japonnen, gedragen over Thomson crinolines, 1865

Fotografie en retouches
Omstreeks 1900 werden de modetijdschriften weer luxueuzer. Bladen zoals Les Modes stonden vol met ingekleurde modefoto’s. Dit was toen een bijzondere en nieuwe techniek.
Omdat de modellen niet zo slank waren als op de gegraveerde en sterk geïdealiseerde modeprenten bewerkte de fotograaf zijn foto’s met retouches. Heel handig maakte hij de tailles slanker en de magen platter. Dit gebeurde nog tot zeker het begin van de twintigste eeuw. Eerlijk gezegd retoucheren de medewerkers van modetijdschriften tegenwoordig de foto’s van de cover volledig. Rimpeltjes, pukkeltjes en andere oneffenheden in de huid worden vakkundig weggepoetst. Zelfs de make-up kleuren zij opnieuw in.

Silhouet anno 1893
Silhouet anno 1893

Zelfmaak modetijdschriften
Het verschijnen van een veel groter formaat modetijdschrift had te maken met de introductie van een nieuw soort modeblad: het gespecialiseerde zelfmaak modetijdschrift voor de vrouw die haar eigen kleding maakte. Deze bladen stonden boordevol afbeeldingen van handwerken en kledingstukken voor de vrouw, kind en soms ook de man.
Waren de oudere modetijdschriften incidenteel voorzien van een prent met patroondelen op schaal of een enkel ingesloten patroon, deze nieuwe tijdschriften hadden regelmatig een raderblad met vele patronen als bijlage.

La Mode Illustrée met raderblad,1868
La Mode Illustrée met raderblad,1868

Een raderblad is een groot vel papier met daarop gedrukt de verschillende patroondelen van een kledingstuk. Om zo veel mogelijk patroondelen op een vel papier te krijgen zijn de patroondelen niet naast elkaar, maar door elkaar heen getekend. Daarom zijn deze patroondelen niet uit te knippen, maar moeten zij eerst met een raderwieltje worden gekopieerd op een ander vel papier. Handige naaisters konden de patronen vergroten of verkleinen naar behoefte.

Onderrokken en korsetten, ca. 1862
Onderrokken en korsetten, ca. 1862
Inklapbare crinoline,1864
Inklapbare crinoline,1864

Onderkleding
Ingekleurde modeprenten met afbeeldingen van onderkleding zoals korsetten en crinolines zijn vrij zeldzaam. In de zelfmaak modetijdschriften uit het tweede helft van de eeuw staan redelijk veel afbeeldingen van onderkleding, korsetten, crinolines en ook tournures. Maar dit zijn dan wel de zwart-wit afbeeldingen tussen de tekst. Vaak zijn de patronen voor deze kledingstukken bijgesloten.
De advertenties vertellen ons het een en ander over het kleinvak dat de handige naaisters toepasten.

Korsetten, ca. 1863
Korsetten, ca. 1863
Medische publicaties over het korset, 1770 -1910
Medische publicaties over het korset, 1770 -1910

Specialistische publicaties
Voor degene die onderzoek doet naar korsetten zijn medische publicaties van groot belang. Artsen en filosofen protesteerden al in de achttiende eeuw tegen het gebruik van de overdreven strak ingesnoerde rijglijven. Zo zijn voor mijn onderzoek de publicaties van Sömmerring (eind achttiende eeuw) en Gaches-Sarraute (eind negentiende eeuw) van onschatbare waarde. Maar ook de moderedacteuren van verschillende modebladen waren begaan met de gezondheid van de modieuze vrouw en het opgroeiende meisje.
Zelfs étiquette boekjes en naaihandleidingen verschaffen ons informatie die niet altijd in de modetijdschriften worden genoemd of beschreven. Zo zijn de beschrijvingen van de constructie van een korset, een onderrok of een tournure heel verhelderend.

Spotprenten
Spotprenten maakten de populaire modes belachelijk. Juist daarom legden zij de vinger aan de pols. Wel moeten we niet vergeten dat de makers van spotprenten nogal de neiging hadden om te overdrijven. Korsetten zijn veel te strak, hoepelrokken te wijd en tournures te groot afgebeeld. Maar je moet leren daar doorheen te kijken.
In het geval de bekritiseerde kledingstukken niet meer bewaard zijn gebleven, geven spotprenten ons juist zeer interessante informatie. Dit is het geval bij de achttiende-eeuwse ‘cul de Paris’.

Fragment van een grote spotprent op de crinoline, ca. 1856
Fragment van een grote spotprent op de crinoline, ca. 1856

Het is opvallend dat de crinoline-mode op veel bijval kon rekenen van tekenaars van spotprenten en schrijvers van komische teksten. Maar bij de veel merkwaardige en onpractischere tournure-mode bleef de kritiek relatief mild. Waren de mensen al te veel vermoeid door de kritiek op de crinoline-manie?

Groot assortiment tournures in 1885
Groot assortiment tournures in 1886/’87

Catalogi
Gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw, het moment waarop de confectionering en massaproductie in de textielindustrie tot ontwikkeling kwam, werden bedrijfscatalogi en folders voor potentiële klanten steeds belangrijker. Deze catalogi waren overigens verzendcatalogi.
De catalogi van de producenten van korsetten, crinolines en tournures laten ons zien welke modellen zij produceerden. De bijgesloten prijslijsten vertellen ons wat de prijzen zijn voor de groothandel (per dozijn) en de gewone klant.
Aanvankelijk was het aanbod van de crinolines, tournures en korsetten bescheiden. Maar omstreeks 1900 was het voor de grootste korsettenfabrieken niet buitensporig om meer dan 100 modellen op de markt te brengen. En natuurlijk in een groot aantal verschillende maten.

Catalogus met stofstalen, ca. 1870
Catalogus met stofstalen, ca. 1870

Stofstalen
Fabrikanten van stoffen sloten reeds aan het begin van de negentiende eeuw bij uitzondering stofstalen bij in modetijdschriften. Gedurende de vierde kwart van de eeuw was het heel normaal dat in prijscouranten stofstalen waren geplakt; eerst op de bladzijden zelf en later ok losse ingevoegde bladen.

Amerikaans elastisch korset, ca. 1885
Amerikaans elastisch korset, ca. 1885

Trade cards
Producenten adverteerden regelmatig in kranten en tijdschriften. Met deze advertenties brachten zij hun laatste nieuwtjes (novelties, nouveautés) onder de aandacht van het modieuze publiek. Onderzoekers hebben geluk als de advertenties ook zijn geïllustreerd. Maar helaas is dit niet altijd het geval.

Fabrikanten met veel geld deelden trade cards uit. Dit zijn kleine kartonnen kaarten met de tekst en een afbeelding van het product dat zij aanprijzen. De mooiste exemplaren zijn aan de voorzijde voorzien van een afbeelding in kleur. Soms staan op de trade cards ook prijzen vermeld. In de negentiende eeuw waren de kleurige trade cards al een geliefd verzamelobject.

Trade cards met korsetten zijn vrij algemeen, die met tournures zijn juist uiterst zeldzaam. Trade cards met een afbeelding van een crinoline heb ik nog nooit gezien. Ik ken alleen trade cards met de vermelding van crinolines.

Koningin Wilhelmina, ca. 1900
Koningin Wilhelmina, ca. 1900

Foto’s
Vanaf het midden van de negentiende eeuw – het moment waarop de fotografie werd uitgevonden – kunnen we de modieuze kleding bestuderen op de bewaard gebleven portretfoto’s. Deze foto’s tonen ons dat de modieuze vrouwen wel degelijk strakke korsetten, wijde crinolines en enorme tournures hebben gedragen.

Crinolinemode omstreeks 1863.
Crinolinemode omstreeks 1863.

In tegenstelling tot de fraai gestileerde modeprenten tonen foto’s de onvolkomenheden van de kleding. Een lelijk zittend korset of een verkeerde crinoline; de fotograaf legde het vast voor de eeuwigheid.
Toch zijn er ook foto’s die aantonen dat er vrouwen waren die uitermate stijlvol gekleed gingen. Een voorbeeld is de foto hiernaast. De crinoline uit circa 1863 heeft een sierlijke belijning dankzij de tournure-bolling en de sleep.

Amerikaans silhouet omstreeks 1887
Amerikaans silhouet omstreeks 1887

DIRK-JAN LIST